VERHAALTJE DOOR UIT DE OUDE DOOS

Dit verhaaltje schreef ik ongeveer 10 jaar geleden in een opwelling. Mijn eerste verwondering op papier, toen net zo oud als de Y generatie nu. Heb het steeds bewaard en bedacht me dat ik het hier graag met jullie wil delen!

"Al is de leugen nog zo snel..." De waarheid is de prijs en met zijn allen spelen we het spel. De eigenlijke spreuk lijkt me namelijk niet juist. In mijn beleving bestaat er niet zo iets als dè waarheid, dus hoe kan zij dan harder lopen dan de leugen? Die overigens ook niet bestaat, als ik aanneem dat de waarheid niet bestaat. (Zijn jullie er nog?)

Wat is waar?

1+1=2? Ik durf het niet te zeggen...

Bepaalt liefde je waarheid? Juffrouw Loes leerde mij hoe ik moest optellen en ik vond haar oprecht lief, dus ik vond het best. Zij mocht het bepalen van mij.

Is het uit gemak? Het wordt lastig bij de bakker als we discussie krijgen over hoeveel broodjes het nu eigenlijk zijn. Dan is het concept van een waarheid achter optellen zeker nuttig.

Is het angst? "Vroeger" geloofden mensen dus in dondergoden. Wij noemen dat nu bliksem. En een platte aarde. We lachen daar nu om. Domme mensen. Ben ik het niet mee eens. Ik heb op de zuidelijkste punt van Portugal gestaan en kom me levendig voorstellen, dat ze geloofden dat het daar gewoonweg op hield. Ze hadden per slot de middelen niet om het te toetsen. Ik was alvast zeker niet gaan kijken, dat weet ik wel! Tot er dan een - in mijn ogen - eigenwijze debiel komt met een bovennatuurlijke fantasie die toch maar eens gaat kijken. En de "waarheid" bleek anders.

Wie zegt me niet, dat er over - zeg - 400 jaar mensen op onze tijd terugkijken en lachend zeggen:

"Domme mensen. 1+1 is niet 2, maar per definitie afhankelijk van waar 1 op duidt". Ik doe een wilde gooi: tegen die tijd kunnen we elke materie delen of splitsen, waardoor eenheden niet meer als zodanig bestaan of gebruikt worden.

Of: "ha ha, de aarde is helemaal niet rond, maar verandert natuurlijk iedere 200 miljoen jaar van vorm!" (ik maak nu vast mensen die hier verstand van hebben aan het lachen).

Of: "Nee joh, diersoorten sterven helemaal niet uit, maar reduceren zich tot een nuttig hoopje spul, dat onder de juiste omstandigheden weer ontwaakt. Net zoals de natuur na de winter." (wederom waarschijnlijk een hilarisch concept voor de connaisseur).

Kortom: ik weet niet wat waar is. Maar volgens mij doet het er ook niet toe. Ik kan een brood kopen, hoef niet bang te zijn en het duurt toch nog zo'n 400 jaar voordat ze me uitlachen!

Marloes van Esseveld | 4 april 2014